Een bypass- of omleidingsoperatie is een behandeling bij ernstige vernauwingen in de kransslagaders van het hart. Er wordt een omleiding (bypass) gemaakt langs een vernauwing in de kransslagaders. Voor de omleiding gebruikt de hartchirurg bloedvaten van de patiënt. De vakterm voor een bypassoperatie is Coronary Artery Bypass Grafting (= CABG). De operatie is een grote zware operatie en duurt gemiddeld ongeveer 4-6 uur. Het verblijf in het ziekenhuis duurt gemiddeld 7-1 dagen.
Wanneer een bypassoperatie?
Bij vernauwingen in de kransslagaders van het hart beoordeelt de cardioloog in samenspraak met de thoraxchirurg of er een ingreep nodig is en welke.
Een bypassoperatie verdient meestal de voorkeur als:
- er op meerdere plaatsen ernstige vernauwingen zijn óf
- de linker hoofdkransslagader ernstig vernauwd is óf
- er ook een andere openhartoperatie nodig is, bijvoorbeeld een klepoperatie óf
- dotteren niet mogelijk is
Een dotter- of stentbehandeling wordt meestal uitgevoerd als de vernauwingen niet heel ernstig zijn of bij een acuut hartinfarct.
De techniek bij een bypassoperatie hangt onder andere af van het aantal omleidingen, de plaats van de omleidingen, de gezondheidssituatie van de patiënt en of het uitgevoerd kan worden op een kloppend of stilgelegd hart (met de hart-longmachine).
De meest gebruikte (klassieke) methode om toegang tot het hart te krijgen is het openmaken van het borstbeen. Dit is een ingrijpende operatie en levert een grote wond op.
Gebruik van eigen (slag)aders:
Bij de operatie maakt de hartchirurg gebruik van bloedvaten die de patiënt kan missen: aders of slagaders. Na de operatie nemen andere bloedvaten de functie over van de gebruikte bloedvaten. Bij meerdere omleidingen wordt er een combinatie van slagaders en aders gebruikt.
Over her algemeen leveren slagaders uit de borstkas na de operatie minder problemen op dan de aders uit het been. Het meest voorkomende probleem is het ontstaan van vernauwingen in de omleidingen. Slagaders zijn beter bestand tegen een hoge bloeddruk en blijven daardoor langer open. Dit geldt zeker voor patiënten met een levensverwachting van meer dan 5 jaar.
De operatie:
De hartchirurg plaatst het stukje ader of slagader om de vernauwing heen. De vernauwing zelf blijft bestaan, alleen stroomt het bloed nu via een nieuwe route. De totale operatie duurt ongeveer 4-6 uur.
Mogelijke complicaties:
Een bypassoperatie wordt vaak uitgevoerd. Het is een relatief veilige operatie met een grote kans op succes.
Mogelijke complicaties zijn:
- nabloedingen
- koorts
- infecties: onder andere aan de operatiewond, het hartzakje of een urineweg- of longontsteking
- hartritmestoornissen: komen het meest voor in de eerste dagen na de operatie, daarna neemt de kans af
De meeste complicaties zijn goed te behandelen. Vaak doen ze zich al in het ziekenhuis voor en kunnen artsen snel en deskundig ingrijpen.
Het risico op overlijden is klein. Het risico hangt af van de moeilijkheidsgraad van de operatie, de lichamelijke conditie, aanwezigheid van andere aandoeningen en de leeftijd.
Na de operatie:
Een bypass-operatie is een grote zware operatie en u blijft hierna gemiddeld nog een week in het ziekenhuis en gaat daar al aan de slag met revalideren met hulp van de fysiotherapeut.
De operatiewonden zijn over het algemeen dicht bij ontslag uit het ziekenhuis, maar soms nog wel wat pijnlijk. Dat is normaal. Volg de instructies van uw arts of verpleegkundige over de wondverzorging, het douchen en zwemmen. U krijgt steunkousen als er een ader uit het been is gebruikt.
U moet medicijnen blijven slikken en gezond(er) leven om te voorkomen dat er opnieuw vernauwingen in de kransslagaders en de nieuw geplaatste omleidingen ontstaan.
Weer thuis:
Het herstel na een bypassoperatie kost tijd. De meest voorkomende klachten net na de operatie zijn:
- pijn in de borststreek en spierpijn in de nek, rug en schouders (als de borstkas is geopend)
- pijnlijk gevoel bij het ademhalen en hoesten
- pijnlijke benen en vocht in de benen bij gebruik van de aders uit het been
- vermoeidheid en slapheid
Al deze klachten zijn normaal en verdwijnen meestal zelf.
Raadpleeg de arts in geval van:
- koorts
- verergeren van de pijn aan de operatiewond
- als de operatiewond(en) rood, dik en pijnlijk zijn of er vocht/ pus uitkomt
- snelle of onregelmatige hartslag
- toenemende kortademigheid
- toenemend hoesten en het opgeven van slijm
Adviezen bij ontslag (na een hartoperatie)
Bron: www.hartstichting.nl