Waarom is hartkatheterisatie nodig
Een hartkatheterisatie is nodig als:
• de oorzaak van uw hartklachten ondui¬delijk is
• behandeling met medicijnen onvol¬doende helpt.
Het onderzoek geeft veel belangrijke infor¬matie over de werking van uw hart. De cardioloog kan met deze informatie bepalen welke behandeling nodig is. We vinden trouwens niet altijd een afwijking aan uw hart of kransslagaders. Behande¬ling is dan niet nodig.
Behandeling
Als een behandeling wel nodig is, bespreekt uw cardioloog alle voor- en nadelen met u. In overleg bepaalt de cardioloog wat de beste behandeling voor u is:
• behandeling met medicijnen, u hoeft niet geopereerd of gedotterd te worden
• een dotterbehandeling, de cardioloog maakt uw (krans)slagader(s) weer toegan¬kelijk
• soms is een openhartoperatie noodza¬kelijk.
2. De hartkatheterisatie
• Bij een hartkatheterisatie schuift de cardioloog een dun slangetje via de slag¬ader in uw pols, lies of elleboog naar het hart. Dit slangetje noemen we een katheter.
• De cardioloog volgt de katheter op een beeldscherm.
• De cardioloog spuit contrastvloeistof door het slangetje naar het hart en de slagaders. Daardoor kunnen we de slagaders en uw hart zien op een beeldscherm. Ook maken we een film van de binnenkant van uw slagaders en uw hart.
U wordt voor dit onderzoek in principe voor één dag opgenomen op de verpleegafdeling van het Thorax Centrum Paramaribo. Het kan zijn dat u toch langer moet blijven. Bijvoorbeeld omdat u nog een behandeling nodig heeft.
2.1 Risico’s van een katheterisatie
Het onderzoek gaat bijna altijd goed. Maar er zijn ook risico’s aan verbonden. Deze risico’s zijn mede afhankelijk van de ernst van uw hartziekte. Uw cardioloog houdt hier natuurlijk rekening mee en bespreekt de voor- en nadelen van een katheterisatie met u. U maakt samen de afweging.
Er bestaat een kleine kans dat u/uw:
• een bloeduitstorting krijgt op de plaats waar de katheter is ingebracht
• een tijdelijke hartritmestoornis krijgt
• kransslagader verkrampt
• kortademig wordt doordat uw bloeds¬omloop wat minder goed werkt, dit komt door de contrastvloeistof
• kransslagader beschadigt
• overgevoelig reageert op de contrast¬vloeistof
• een nabloeding krijgt.
Er is verder een hele kleine kans dat er een kortdurend herseninfarct (een TIA) of een herseninfarct optreedt. Ook kan het zijn dat een acute operatie nodig is. Er bestaat verder een heel erg kleine kans op overlijden aan de gevolgen van het onderzoek.
2.2 Voorbereiding
Als u voor een dagbehandeling komt, bereidt u zich thuis voor op het onder¬zoek. Bent u al opge¬nomen in ons ziekenhuis? Dan bereiden we u op de afdeling voor op het onderzoek.
Medicijnen
Het kan zijn dat u voor het onderzoek tijdelijk moet stoppen met sommige medi¬cijnen. We bespreken dit met u als we u bellen om de onderzoeksdatum door te geven.
Het kan zijn dat u moet stoppen met:
• plastabletten
• bloedverdunners
• tabletten tegen diabetes
• insuline.
Alle andere medicijnen die u misschien gebruikt, kunt u gewoon innemen. Bent u al opgenomen in ons ziekenhuis? Dan hoort u van de cardioloog of een verpleeg¬kundige met welke medicijnen u moet stoppen.
Eten en drinken
U mag de dag van het onderzoek licht ontbijten. Vanaf twee uur voor het onder¬zoek moet u nuchter blijven. Verder adviseren wij u
• niet te veel en te zwaar te eten
• enkele glazen extra te drinken (tenminste, als u geen vochtbeperking heeft).
Veel drinken helpt na het onderzoek bij de afvoer van de contrastvloeistof. Het kan zijn dat het voor u toch beter is om voor het onderzoek niets te eten en te drinken (nuchter zijn). Een verpleegkundige of uw cardioloog bespreekt dit dan met u.
Kalmerend middel
Bent u gespannen voor het onderzoek? Dan kunt u een verpleegkundige om een kalmerend middel vragen. De verpleegkun¬dige overlegt met uw cardioloog of dit kan.
Sieraden en andere waardevolle spullen
Het is belangrijk dat u tijdens het onder¬zoek geen sieraden draagt. Ze kunnen in de weg zitten. We adviseren u om ook andere waardevolle spullen thuis te laten.
Kleding
• Tijdens het onderzoek maken we rönt¬genopnamen. U mag daarom geen kleding met metalen onderdelen dragen. Bijvoor¬beeld een beugel-bh of kleding met metalen knopen.
• Omdat u na het onderzoek een drukver¬band krijgt, kunt u beter geen strakke kleding dragen.
Begeleider
Het is voor u en voor ons prettig als u iemand meeneemt die u kan begeleiden en ondersteunen.
Wat neemt u mee naar het ziekenhuis
• alle medicijnen die u gebruikt in de originele verpakking
• afsprakenkaart van de poli cardiologie
• verzekeringsppas (SZF,PZS, AZPAZ of on/minvermogenkaart)
• eenvoudige pyjama en slippers (geen gladde zool)
• toiletartikelen en schoon ondergoed
• iets te lezen
Praktische tips
• Draagt u een kunstgebit? Dan mag u dit gewoon inhouden.
• Gaat u vlak voor het onderzoek nog even naar het toilet. Tijdens het onderzoek is dit erg lastig.
Waar meldt u zich
We verwachten u op de afgesproken dag en tijd op poli cardiologie. Een verpleeg¬kundige vangt u op en geeft uitleg over de gang van zaken. U zult o.a. naar de opname afdeling moeten gaan. Bent u al opgenomen in ons ziekenhuis? Dan krijgt u op de verpleegafdeling uitleg. Het onderzoek zelf gebeurt in de katheterisatiekamer.
Het kan voorkomen dat u wat langer moet wachten dan is afgesproken, omdat bijvoorbeeld de voorgaande onderzoeken wat langer dan gepland hebben geduurd, of omdat er een spoedgeval voor u geholpen moest worden. We weten dus niet precies wanneer u aan de beurt bent. Onze excuses hiervoor.
2.3 Het onderzoek
• Een verpleegkundige bereidt u voor op het onderzoek en u krijgt uitleg over de gang van zaken.
• Als u aan de beurt bent, haalt een verpleegkundige van de katheterisatiekamer u op. U gaat liggen op een onderzoekstafel.
• Het katheterisatieteam bestaat uit minstens een cardioloog en/of een assistent cardioloog in opleiding en minstens een verpleeg¬kundige.
• Een verpleegkundige ontsmet uw huid waar de cardioloog de katheter inbrengt.
• U krijgt een steriel laken over u heen. Op de plaats waar we de katheter inbrengen zit een opening. Dit laken is nodig om steriel te kunnen werken.
• We verdoven de huid met een injectie op de plaats waar we de katheter inbrengen. Deze injectie is te vergelijken met een verdoving bij de tandarts.
• De cardioloog prikt daarna de slagader aan en plaatst een buisje. We noemen dit een sheath. We brengen de katheter via dit buisje naar binnen.
• Wordt u in uw pols geprikt? Dan krijgt u eerst een medicijn ingespoten. Dit medi¬cijn voorkomt verkramping (spasme) van de slagader. Dit geeft ongeveer een halve minuut een warm en vervelend gevoel in uw arm.
• De cardioloog schuift daarna de katheter naar binnen:via de arm kan dit gevoelig zijn door verkramping van de armslagader. De cardioloog volgt de katheter op een beeldscherm.
• Als de katheter op de juiste plaats zit, spuit de cardioloog via de katheter contrastvloeistof in uw kransslagaders. Dit kan een warm gevoel geven.
• U kunt bij het inspuiten van contrast¬vloeistof in de kransslagaders pijn op de borst krijgen. Het is belangrijk dat u dit meteen meldt.
• Door de contrastvloeistof kan de cardi¬oloog de holtes in uw hart en de binnen¬kant van de kransslagaders zien op het beeldscherm. De cardioloog kan zo vernau¬wingen opsporen.
• We maken filmopnames van uw kransslagaders en als het nodig is van uw hartholte. We doen dit tegelijk met het inspuiten van de contrastvloeistof.
• Het kan dat de cardioloog u vraagt uw adem even in te houden en/of te hoesten. Het is belangrijk dat u dit dan meteen doet. Door het hoesten gaat uw hart even sneller kloppen.
• Als het onderzoek klaar is, haalt de cardioloog de katheter uit uw pols of lies.
• Bent u via de slagader in uw pols geholpen, dan krijgt u een polsbandje, die na ongeveer 4 uren verwijderd wordt
• Bent u via de slagader in uw elleboog of lies geholpen? Dan wordt de sheath meestal meteen verwijderd en een drukverband aangelegd. Soms is het nodig om de sheath tijdelijk achter te laten in de slagader. Het buisje mag er na ongeveer twee uur uit. Dan zijn de bloedverdunners die u tijdens het onder¬zoek krijgt voldoende uitgewerkt. We verwijderen het buisje op de afdeling. Daarna krijgt u een drukverband dat meestal ongeveer vier uur moet blijven zitten.
2.4 Na de katheterisatie
Katheterisatie via de lies
Bent u via uw lies geholpen? Dan gaat u in uw bed terug naar de (verpleeg)afdeling. U moet ongeveer zes uur blijven liggen. U mag uw been niet bewegen. U krijgt iets te eten en te drinken. De verpleegkundigen controleren uw bloeddruk, polsslag, de wond en de doorbloeding van uw been. Als het kan, gaat u dezelfde dag nog naar huis.
Katheterisatie via de pols
Bent u via uw pols geholpen? Dan gaat u met een rolstoel of bed terug naar de (verpleeg)afdeling. U krijgt iets te eten en te drinken. De verpleegkun-digen controleren uw bloeddruk, polsslag, de wond en de doorbloeding van uw arm. U mag uit bed, maar u mag niet op uw pols steunen en geen druk of kracht op de pols uitoefenen. Als het kan, gaat u dezelfde dag nog naar huis.
Veel drinken is belangrijk
Om de contrastvloeistof snel uit uw lichaam te krijgen, is het belangrijk dat u na het onderzoek veel drinkt en plast.
Pijn op de borst
Heeft u na het onderzoek pijn op de borst? Geef dit dan direct door aan een verpleeg¬kundige van de afdeling.
2.5 Hoe lang duurt de katheterisatie
In totaal bent u ongeveer anderhalf tot twee uur op de katheterisatiekamer. Het onderzoek zelf duurt ongeveer drie kwar¬tier.
2.6 De uitslag
Uw cardioloog bespreekt na het onderzoek met u hoe het is gegaan. U krijgt dan de voorlopige uitslag. Voor de definitieve uitslag moet de cardioloog de filmopnames soms eerst goed bekijken. Ook bespreken we de uitslag soms eerst in ons hartteam. In dit team zitten meerdere cardiologen en een hart¬chirurg.
3. Naar huis
Meestal kunt u nog dezelfde dag of de volgende ochtend naar huis. U hoort dit van uw cardioloog of van de zaalarts. Als zij het niet verantwoord vinden dat u naar huis gaat, overleggen ze dit met u.
Begeleiding
Het is belangrijk dat iemand u naar huis brengt. U mag zelf niet autorijden. Het is verder belangrijk dat er de eerste uren thuis iemand bij u is die kan helpen als dat nodig is.
3.1 Wat krijgt u mee
Bij ontslag krijgt u:
• recepten voor medicijnen (als dat nodig is)
• leefregels en instructies voor thuis
• een wondpleister (als dat nodig is)
• een controleafspraak op de polikliniek Cardiologie
• een ontslagbrief
Klacht of opmerking
Wij doen er alles aan uw bezoek aan het Thorax Centrum Paramaribo zo goed mogelijk te laten verlopen. Het kan echter voorkomen dat u niet tevreden bent. Wij raden u aan uw opmerkingen of klachten direct te bespreken met de betrokkene(n) of de leidinggevende van onze afdeling.
Vragen
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Neem dan contact op met de poli cardiologie, te bereiken via het telefoonnummer 442222 tst 358 of via het nummer 440551
Belangrijk
Bent u overgevoelig voor bepaalde medicijnen, contrastvloeistof, jodium of pleisters? Geef dit dan voor het onderzoek door aan uw cardioloog of een verpleegkundige.
Bent u diabetespatiënt? Geef dit dan door aan een verpleegkundige.
Neem altijd al uw medicijnen in de originele verpakking mee naar het ziekenhuis.